vrijdag 9 oktober 2015

The lost art of writing a letter: een neerslag van dagen


                                                                                                       Vrijdag 9 augustus

Liefste Mia,

Het is -denk ik-  het beste dat ik begin bij het begin en kijk hoe de stukken van de puzzel, al dan niet, in elkaar passen. Al uren, dagen, breek ik mijn hoofd over het hoe van dit vertelseltje maar niets spring in mijn oog, niets brengt op overtuigende wijze soelaas zodat ik dan ook zomaar, klaarblijkelijk doelloos, beginnen schrijven ben.

Het maakt weinig uit of alles samenhangt. Ik ben waarschijnlijk toch te bang om deze brief zelfs maar te posten, laat staan om hem persoonlijk aan jou te overhandigen. Waarom ik dan toch de moeite doe hem te schrijven en waarom ik me hier, tot vervelens toe, zit druk te maken over al dan niet geslaagde zinswendingen in een brief die je toch nooit lezen zal?

Er is maar één antwoord dat ik bedenken kan en dat enige steek houdt: ik ben je beginnen missen! Misschien is het vreemd om dit uit mijn mond te horen maar het is de naakte waarheid en net als de meeste waarheden niet echt wat je verwacht, laat staan waar je in het diepste van je verlangens op gehoopt had.
Nu heb ik al heel veel en bovenal nog absoluut niks verteld. Om even wat orde in de chaos te scheppen en te zeggen wat ik zeggen wil: ik ben de afgelopen maanden gaan beseffen dat mijn leven zonder jou niet compleet is. Ik heb de dingen des levens eens op een rijtje gezet en van de modderige torhout/werchter 92 tot vandaag 9 augustus 1996 ben je, in gedachten, steeds bij me geweest. Niet altijd even sterk maar altijd heb ik je onbewust zo vaak mogelijk opgezocht en heb ik geprobeerd om nog meer dan ooit tevoren van je energieke persoonlijkheid te genieten.

Nu je naar Parijs vertrokken bent, mis ik je zoals de woestijn de regen mist. Een gevoel dat me voorheen nooit geplaagd heeft. Tot vorige week mocht je doen wat je wou, met wie dan ook, in mn hart bleef alles steeds hetzelfde, ik bleef wachten op Godot, niets veranderde.
Nu mag je nog steeds doen wat je wil maar beseffen dat je niet eens weet hoe fascinerend ik je vind, is haast ondraaglijk geworden. Daarom schrijf ik je en zet ik alles op papier.


The beginning
Het begin in 1992. Torhout was ondergeregend. 60.000 slijkduivels bevonden zich op één koeienweide met afgerukte gladiool Bryan Adams als hopeloze afsluiter.
Er gebeurde die dag niets speciaals tot we met de bus van meneer Solbemol terug naar Aalst reden. Ik had the Urban Dance Squad in mijn walkman steken en keek na een halfuurtje futloos hobbelen op de autosnelweg achterom om mn natural environment even uit te checken.

En daar lag je dan, ongemakkelijk in slaap gesukkeld, met je hoofd op je schouder en je bruine haren in slierten over je aangezicht gedrappeerd.
Ik denk niet dat ik de rest van de rit naar voor me heb gekeken. Met de volgende dag een stijve nek tot gevolg. Toen al voelde ik –ergens diep vanbinnen- dat je anders was dan gelijk wie ik op dat moment kende en dat ben je nog steeds. In al het positieve en het negatieve.

Gent
Flarden herinneringen vallen me te binnen. Als een immer smeulend vuur dat in snippers om me heen wakkert en kleine verbrande fragmenten in mijn hersens priemt.
Een koude winteravond. We zijn met Karel meegereden naar Gent. Buiten giert een ruwe noorderwind door de straten en de regen klettert onophoudelijk tegen de ruiten van de wagen.  Karel heeft zich in de Van Hultemstraat geparkeerd en terwijl jullie allerhande tassen, zakken en strijkplanken uit de koffer halen, merk ik dat de Mercedes in plaats van in automatische parkeerstand nog steeds in eerste versnelling staat. De volgende twee seconden duren ijzingwekkend lang en ik begrijp nog steeds niet hoe ik zo koel en berekend heb kunnen zijn. Mister Ice. Waar ik anders om niets in paniek sla, werd ik nu een superkiller.

De auto bolt naar voren en lijkt een fiets, een autokoffer en een ijzeren fietssteun te gaan raken. Alsof ik de wagen al jaren ken, schakel ik ijzig kalm en in hoofdzaak ongelofelijk snel naar de parkeerstand. Uiterlijk onbewogen. Binnenin gieren de zenuwen door mijn keel en bonkt mijn hart als een moker.
Jullie hebben niets gemerkt. Ik blijf alleen achter met mijn helden daad en Karels onvergefelijke vergetelheid blijft onbestraft.

Ik zie je voor de auto uitlopen, gehuld in mistige winterregen, omsluierd door vals straatlicht. Op de tred van je deevoudig wiegende heupen golven je haren op en neer.
Dan glijd ik weg door jouw zee, ben ik één en al verlangen een nietig stofje te zijn dat ergens middenin je kattige rug neerstrijkt en je beschermt tegen de boze wolven, tegen mensen als ik die verschrikkelijk pathetische onzin uitkramen en het nog menen ook.
Vervolgens begeef ik me naar mijn kot waar mijn kompaan Tom S. nog niet aangekomen is, ik de helft van mijn kleren blijk vergeten te zijn en me in een nacht stort vol zelfgeschreven puberale, grensverleggend slechte gedichten  terwijk ik liters Cola zuip, massa’s blauwe Belga’s rook en me bekloeg over het feit dat mijn haren toch wel echt traag groeiden.


Zaterdag 10 augustus
Zo leidde ik het leven van de koele westerse man. Onbewogen, braaf en lief. Met af en toe een bril op de neus, een Guardian onder de arm en een cd van John Coltrane in de lader.
Maar bovenal zonder eigenschap die moderne vrouwen schijnen op prijs te stellen: initiatief! Gaan zeilen (ik moet er niet aan denken), we gaan ontbijten bij Tiffany’s in New York. We gaan wandelen op het strand van Oostende of je nu een verkoudheid hebt of niet. Initiatief zal ik nemen!

Waar zijn de tijden van Dangerous Liaisons, van witte ridders op een blauw paard, van troubadours die met een ganzenveer geschreven liefdesgedichten reciteren en in de gutsende regen op hun pantoffels naar hun geliefde toehollen omdat ze zich willen excuseren voor een futiliteit. Waar zijn de tijden van mensen die stiekem dezelfde cd kopen als hun darling om te horen wat zijn hoort, om te voelen wat zij voelt.
Het is laat geworden. Het is donker en het regent. Buiten. In mijn hart schijnt de zon. Het is misschien niet slecht de avond te beëindigen met iets dat aansluit bij het voorgaande. Een intermezzootje in de vorm van één van de twee aannemelijke gedichten die ik ooit voor je schreef. Het is het beste gedicht dat ertussen zit en aangezien niemand het waarschijnlijk ooit te weten komt, gooi ik mijn ziel op tafel en deze rijmelarijen op het recyclagepapier.



Ik heb het origineel (zonder veel moeite) opgediept en het blijkt te dateren uit de dagen (en hoofdzakelijk) de nachten van elf, twaalf en dertien maart.
Hier en daar heb ik wel een beeld en een woord van iemand anders gepikt. Maar dat hoort erbij. Ik ben nu éénmaal een kind van mijn tijd en als notoir postmodernist sample ik zowat alles wat me bruikbaar lijkt om dit verhaaltje wat meer body te geven.

‘Every artist is a cannibal
Every poet is a thief
All kill their inspiration
And sing about their grief’,

zoals Boner van de ierse popgroep U2 het zo pakkend uitdrukte.

Als ik me niet al te zeer vergis, heb je het gedicht ooit al eens gelezen. In 94 heb ik je eens een tros gedichten gegeven die mogelijks in de tweede Wulps Naaktbundel gingen komen en waarover ik een mening van een buitenstaander wilde hebben.
Ik weet het niet zeker. Het doet er ook weinig toe.
I’m feeling so alive
Feeling so real
(goldfinger/ash)
Het voelt zo goed aan dit alles neer te schrijven.

Requiem (1)

mijn geest raakt je aan
steeds op nieuw
sluipen mijn gedachten
door de velden van je haar  (2)
keer op keer
veegt mijn mond
de dauw van je lippen

als een lage wind
fluister ik de stilte
in je oor (3)
zoals de mist
door de naakte ochtend
van mijn verlangen trekt
steeds opnieuw
vlees over vlees
in het zich opkleden van de dag

de witte kamer  (4)
brandt zijn
vuur
en in het licht
van mijn ogen
ben jij

(1)    Requiem van Mozart (Moz-art), om het onuitgesprokene van alles te benadrukken, de vergankelijkheid, de afstand, het platonische, whatever …
(2)    Naar een beeld van Leonard Cohen in zijn Suzanne.
(3)    Naar een idee van Erwin P., wereldburger, randdebiel, Wulps Naakter van het eerste uur en Blankenbergenaar.
(4)    White room van Cream ‘in a white room with black curtains …’

Vandaag zit erop. Ik word moe en de juiste woorden laten me in de steek alsof met het verdwijnen van het licht ook mijn mogelijkheden tot vertellen tot niets dan een zwart gat herleidt worden. Och, een goed schrijver weet zijn publiek, al is het nog zo klein en onafhankelijk van de boodschap, te boeien, het naar de rand van de stoel te brengen en in vervoering te laten wachten op wat komen gaat. Misschien is dat ook wel een beetje mijn bedoeling. Onafhankelijk van wat mijn boodschap opwekt gewoon een mooi verhaaltje vertellen. Dat is het enige wat ik kan doen. Een mooi verhaaltje vertellen. Mijn verhaaltje. Over jou.

Zondag 11 augustus
De paasvakantie van 1993. Ik ben op de kamer van Thomas. We draaien cds van Killing Joke, the Cure, Sisters of Mercy. We praten over muziek, school, meisjes …
-Mia heeft een vriend …, zegt hij met de kilte van een seriemoordenaar.

Hemel en hel. Er valt een pauze in mijn denken. Ik weet niet hoe ik hierop moet reageren, laat staan wat ik moet voelen. Enerzijds ben ik triest omdat je van me afdrijft, anderzijds ben ik blij omdat ik niets zal moeten doen om je hart te veroveren. Omdat ik lekker laf zal kunnen achterblijven in de schaduwen van het koesteren van makkelijke onvolwassenheid.

In een mannenwereld is het een verplichting het vriendje van een meisje dat je heel erg leuk vindt te haten, hem tenminste een eikel te vinden of hem heimelijk toe te wensen dat al zijn nakomelingen geen piemel zouden hebben. Zelfs de meisjes.
Nu, hoe hard ik ook mijn best deed, het lukte me absoluut niet. Steven was in mijn ogen een doodnormale, joviale kerel. Hoe zeer ik het ook probeerde, ik kon geen moordscenario’s bedenken, laat staan neerschrijven of als een gek door de Gentse straten achter hem aan gaan rennen met een bot en roestig mes in mijn hand. Mijn rechterhand. Mijn beste hand. Mijn moordhand.



De rede, het gezond verstand, mijn bankrekening. Ik weet niet wat deed me inzien dat jullie toen helemaal niet zo slecht bij elkaar pasten en gelukkig schenen te zijn.
In den beginne ambeteerde het me wel wat jullie hand in hand door de Gezusters Lovelingstraat te zien kuieren. Met de tijd slijt echter veel en ik legde me uiterst makkelijk bij de situatie neer. Het leek me vooreerst het zinnigste om te doen en bovenal was het iets dat ik gewoonweg altijd deed. De heel erg dappere ridder met het heel erg kleine zwaardje spelen.

Wat me nog het meest stoorde aan de hele situatie was dat ik jou absoluut niet leerde kennen. Ontmoetingen, vluchtig of niet, ze brachten me geen stap dichter bij jou. Thuis, op kot, op straat, in mijn dromen bleef je steeds één groot mysterie waaraan geen geheimpje te onttrekken viel. Al was het maar dat je Take That niet zo heel slecht vond en dat ze best goed konden dansen met hun zweterige lijven. Het zou me geen bal uitgemaakt hebben. Als ik maar iets wist wat anderen niet wisten.
Daar was het me eigenlijk om te doen, een knappe jonge vrouw als jou leren kennen. Weten wat jij dacht over kleurenkopieën, of je cornflakes at om 5 uur des morgens, hoe je je veters dichtknoopte (met je tongpunt tussen de lippen geklemt), hoe je je haren kamde, hoe je swinters je voeten warmde, wat je favoriete toiletlectuur was, of je van Manowar hield, enzovoort.

Ja, er waren vriendinnen en lovers en die maakten me –for the time being- vaak zeer gelukkig. Maar steeds was jij ergens sluimerend in mn linkerhersenkwab aanwezig. Wanneer ik dacht je vergeten te zijn, kon een eenvoudige glimlach tijdens een vluchtige ontmoeting me weer betoveren. Waren mijn gedachten weer eventjes wiegend in jouw armen, wou ik me van deze spaced out wereld verbergen, ergens diep in jouw warme buik. Waar het prettig vertoeven moest zijn.

Je relatie zag er dermate goed uit dat ik respect genoeg had nooit iets verder te gaan dan vriendelijk en hoffelijk te zijn. Het leek me beter je gelukkig te laten en je zeker niet te storen met onsamenhangend gebazel als ‘ik vind u een toffe’, over ‘ik zie u graag’ tot het werkelijk wansmakelijke ‘ik heb vannacht van u gedroomd en ik denk dat je een dief bent want je hebt de maan gepakt en die opgesloten in uw ogen’. Allemaal clichéuitspraken die de grenzen van de goede smaak serieus verleggen. Naar rechts. Extreem-rechts.

Wat me zo aantrok in je was je zelfbewustzijn. Je had over alles een duidelijke mening, je stond met je beide voeten op de grond en wist voor een volle 100% waar je heen wilde en waarheen zeker niet. Dit had ik nog nooit gezien bij een meisje van 19 jaar oud.
Maar het was ook net die zelfstandigheid die me bang maakte. Hoe makkelijk je alles alleen aankon, zonder hulp van buitenaf, hoe je absoluut zeker niet wou trouwen en vond dat een vrouw perfect kinderen kon opvoeden zonder een man.
Maar het maakte me onzeker en gevoelens van liefde maakten zichzelf overbodig net als jou ooit te zeggen hoe serieus ik het menen kon.

Hoe sexy en verleidelijk je wel bent. Met je welomfloersde Winona Ryderglimlach die iedere man stapelgek kon maken. Van iedere man weet ik het niet maar van mezelf wel. Je glimmende tandenrij omgorden me met een verlangen je onschuld te strelen. Je hazelnoten ogen, je bloesemkaken en pronte borsten te koesteren als kunstwerken uit een fraaie Griekse traditie.



Maandag 12 augustus
Het is nu drie dagen geleden dat ik je deze brief beginnen schrijven en ik weet bij God niet hoe lang hij nog worden zal en hoeveel herinneringen er nog zullen opdoemen uit het verleden.

14 april 1995
De dag waarop ik Madonna Maid  van Oscar is weer Wild uit een Collected Poems verzameling in mijn dagboek overpende als ode aan wat mijn leven zo mooi maakte …
‘a lily-girl, not made for this world’s pain,
With brown, soft hair close braided by her ears,
And longing eyes half veiled by slumberous tears …’
And so on, and so on …

Ik kwam Thomas een bezoekje brengen maar zoals zo vaak bij onverwachte bezoekjes, moet hij vrij snel weg. Uitgaan. Pinten drinken. Ik blijf op mijn dooie gemak zitten. Mevrouw gaat strijken in de keuken en laat ons tweetjes achter. Twee uren later zaten we nog steeds te praten over vanalles en nog wat. En ik bleef maar zitten, altijd iets anders zoekend om over te zeveren. Om je maar te zien, te ruiken, je warmte te voelen en dit unieke moment zo lang mogelijk te rekken.
Als een diva lag je op de sofa, sierlijk uitgestrekt, een beetje scheefgezakt met de hond aan je voeten. Je was een koningin met één onderdaan, een vrouw met duizend stemmen waarnaar ik luisterde, de ijsprinses die mijn voeten eraf vroor en me achterliet in een desolaat eenzaam maar fantastisch mooi landschap.

Stardust memories.

Zal ik je deze brief misschien toch toesturen? Met de mogelijke gevolgen van dien? Ja, wat zou er in hemelsnaam kunnen gebeuren mocht je deze krabbels in handen krijgen? Veel kan er eerlijk gezegd niet veranderen. In de twee mogelijke scenario’s die ik voor me zie, zit uiterlijk heel wat variatie maar qua intrinsieke waarde verschillen ze geen bal van elkaar.

In een worst case scenario gebeurt er niets. Je zal best nog wel met me praten. Het lezen van deze brief zal je mogelijk wel verrassen en misschien ook en beetje hebben verward maar ik zie geen reden waarom je me absoluut niet meer zou willen zien. En aangezien we toch niets anders doen dan losse onregelmatige babbels produceren, verandert er niets en is het negatieve scenario de facto gewoon neutraal.
Een positief scenario lijkt me even onwerkelijk als groene negerinnen en Spaans sprekende konijnen. Maar stel nu dat er –puur hypothetisch- één wonder geschiedt.  Een kans van één op één miljoen, maar toch. Wat gebeurt er dan? Praten we over de ganse affaire? Gaan we uit? Gaan we naar de film? Op reis? Bezoeken we een kindercrèche? Jezus, ik heb er nooit over nagedacht wat er zou gebeuren mocht … ik ben desbetreffende altijd nogal fatalistisch geweest. Of realistisch, hoe je het noemen wilt.

Shit, misschien moet ik alles maar in een enveloppe stoppen en zien wat er gebeurt. De mogelijke miserie … nee, ik spreek mezelf tegen, er kan echt niets negatiefs gebeuren. Iets wat je niet hebt, kan je niet missen. Je kan er wel naar verlangen natuurlijk. En dat doe ik ook. Verlangen naar elke nanocentimeter van je geest en lichaam, naar every inch of your soul, naar elke leaf of summergrass die ik vrij naar Walt Whitman plukken wil. Mocht ik het niet menen, zou ik dan deze naar een litanie neigende troep neerpennen?

Het is tijd voor een serieuze pauze. Een nakend einde. Brieven zijn al niet meer van deze eeuw, laat staan brieven van dit formaat, met een dergelijke subjectieve inhoud die slechts twee mensen aanbelangt en geen bredere ruimte beslaat dan vier muren en het beverige, flauwe schijnsel van een burolamp die in niets kan concurreren met mijn warmte voor jou.

Dinsdag 13 augustus
Jij bent vijf, ik ben acht. Of jij bent vier en ik zeven. Je vader is net overleden en al je klasgenootjes zitten vooraan in de kerk. Vanwaar ik mij bevind, zit jij rechts, naast Mevrouw in een zwart rouwkleedje.
Ik ben twaalf of dertien. Jij bent negen of tien. Samen met Thomas help ik een aantal tafels uit de voetbalkantine van FC Erondegem de tuin in te sleuren voor een zomerfeestje. Buiten begint het zachtjes te regenen.

Zomerregen.

Je hebt lange bruine haren en je draagt een roze onderhemdje. Met opgetrokken knieën en een kussen op de schoot staar je me aan. Je lijkt bang. Ik ben bang. Je bent een meisje en wat zeg je in godsnaam tegen een meisje en dan zeker tegen ééntje zoals jij …
Op een avondje uit blijven mijn ouders heel veel langer weg dan verwacht. Ik word ongerust. Ik word erg snel ongerust. Verschillende rampscenario’s ontrollen zichzelf in mijn hoofd. Ze zijn tegen een boom gereden. Op slag dood. Van de ene seconde op de andere ben ik een wees. Hoe zielig. En waar denk ik aan? Aan hen die ik verloren heb en … aan jou.

Het fantastische meisje aan wie ik door mijn eigen lafheid en verschillende relaties nooit heb durven zeggen hoeveel ik van haar hou.

En nu, nu ik eensklaps besef hoe nietig het leven is, zou ik je alles willen vertellen. Zou ik de kleine tijd die ik hier heb met beide handen willen aangrijpen en beseffen dat ik niet heb geleefd als ik je mijn liefde niet heb verklaard. Dat alles voor niks is geweest als je niet minstens één vol uur beseft wat je voor mij betekent.

Patrick



maandag 28 september 2015

INXS – Kick (24)


Toen ik eind augustus toch een beetje onverwacht voor de tweede keer in zes maanden aan mijn hart werd geopereerd (diabetes onder controle, lage cholesterol, normale bloeddruk, sinds 18 februari gestopt met roken, ontelbare keren gaan sporten (25 keer om precies te zijn, ik lieg wel eens, ik onthou alles minutieus), mijn baard keurig onderhouden zodat ik geen klachten krijg), overviel er me een licht gevoel van melancholie.

Ook kreeg ik een beetje schrik/typisch ik … maar goed, als je zes maanden je stinkende best doet en dan plots BAM SLAM KLETS BOEM … ik denk dat u het wel begrijpt … maar de melancholie waarover ik het had, deed me teruggrijpen naar een paar platen die ik in mijn vroege jeugd consumeerde toen ik muzikaal nog “anders gevormd” was en ik het op dingetjes hield als Guns N’ Roses, A-ha, Bon Jovi, Iron Maiden en ook “Kick” van het toch wel geweldige INXS! (in excess, nvdr)

U mag nu gerust de neus ophalen en eens vuil lachen, I DONT CARE !!! De fase van me te schamen of onzeker te voelen over wie ik ben en waar ik naar luister, ben ik allang voorbij! Alles moet kunnen! (behalve incest, volksdansen en dancefestivals maar dit geheel terzijde en uiteraard niet terzake doend)!

INXS startte hun carriere in het pubcircuit van Sydney, Australië. “Kick” werd in 1987 hun grote doorbraak en was reeds hun zesde studioplaat. De muziek van INXS houdt ergens het midden tussen dance, pop, funk, rock en dit alles gebracht met een zekere Stonesdrive. De groep rond zanger Michael Hutchence en de broers Andrew, Jon en Tim Farriss produceerde op deze lp een lading singles die tot op heden in het collectieve popgeheugen gegrift staan en daar ook willen zullen blijven huizen. (New sensation, Devil inside, Need you tonight, Mediate, Never tear us apart en Mystify)



Deze plaat bracht wereldwijd succes voor de Australiërs en zou –spijtig genoeg- nooit ende nimmer geëvenaard worden. Er volgden nog een paar leuke albums en fijne singles maar zanger en sekssymbool Michael Hutchence kwam meer in het nieuws door zijn relaties met popicoon Kylie Minogue en Paula Yates (ex- van Bob Geldhof) dan door muzikale nieuwtjes.

Op 22 november 1997 werd zijn levenloze lichaam aangetroffen op een hotelkamer na waarschijnlijk een portie uit de hand gelopen wurgseks. Leuke hobby, daar niet van …
De groep probeerde het later nog met andere zangers, zelfs een tijdje met Terence Trent d’Arby als ik me niet vergis (en -God nog aan toe- wat hoop ik vurig dat ik me hier vergis) maar het mocht niet echt meer baten …

Nog een leuke om hieronder te bekijken, het MaxQ project met Hutchence als zanger! Voor de rest weinig nieuws onder de zon peoples: ik leef nog, pis rozenblaadjes en tast af en toe eens naar de borst! (om te zien of mijn portefeuille nog op zijn plek zit)











vrijdag 7 augustus 2015

Alles van JJ Cale/Soundtrack “Any way the wind blows” (25)


In 2003 bracht Tom Barman zijn eerste en voorlopig –spijtig genoeg- enige film uit. De titel haalde hij bij een for the laymen vrij obscure muzikant JJ Cale. Het negende nummer op de cd “Okie” van Cale uit 1974 heet toevallig ook … laat Barman een bewonderaar zijn  van Jean Jacques Cale en het prachtige “Magnolia” hebben toegevoegd aan de soundtrack van …

U ziet: toeval bestaat niet! Everything happens for a reason! Welke reden laten we graag in het midden want zoveel begrijpen we nu ook niet van het leven!

Waarom alles van JJ Cale? Omdat het in mijn oren de perfecte soundtrack bij de zomer is, laid back, simpel, easy-going en een oeuvre op zich. Cale doe je tekort door van één plaat te spreken, alle platen horen bij elkaar en hebben dezelfde, erg aparte sound …  want dat is Cale zeker: een repertoiremuzikant die als geen ander een context heeft weten te creëeren waar je zijn songs niet kan uit weghalen … en dat heeft Barman ongetwijfeld als geen ander begrepen …

Zijn grootste “hits”  “Cocaine” en “After midnight”werden vooral bekend in de versies van Eric Clapton. JA, mensen, JJ Cale schreef deze beide pareltjes en niemand anders! Weer iets opgestoken vandaag … de man was erg onconventioneel voor de muziekbusiness, hij leefde als een kluizenaar in een trailer in de woestijn (dit laatste fantaseer ik er even bij om de geloofwaardigheid te versterken), hij gaf bijna nooit interviews (en als hij het al deed dan vooral over de technische kant van de muziek, niet over zichzelf of zijn songs) en hij had een hekel aan succes en songs met meer dan drie akkoorden.


Bij JJ Cale praat je niet over albums of songs maar over “sound” … de mix van blues, country en jazz heeft een dusdanig specifiek geluid dat het met niks anders te vergelijken valt of in geen enkele categorie valt in te delen! Elk album kan je met elkaar inruilen (Naturally/Shades of 8) maar de luisterervaring blijft uniek en fris en zo anders dan alles wat je al gehoord hebt … ik zet het graag op in de auto, op een zomeravond, cruisend naar nergens en overal om rust als een warm deken door de akkoorden heen over je te voelen 
vallen …

De soundtrack van “Any way the wind blows” bevat de perfecte zomermix voor mijn oren … Magnus (“Summer’s here” ademt het gevoel van een warme lome dag in Antwerpen uit), Squarepusher, Toy, Max Berlin (met de new beat klassieker “Elle et moi” (aanrader)), punk van The Kids, eightiesshit van Yazoo, spacerock van Evil Superstars, laid back jazz van Charlie Parker en Herbie Hancock en zelfs een streepje drum en bass van DJ Aphrodite … enig missertje (waarschijnlijk de rechten niet voor verkregen) is het ontbreken van het van een monsterriff voorziene “Regular Joe” van Queens of the Stone Age dat de film siert maar niet de soundtrack.

Je kan veel van Barman zeggen maar die gast heeft smaak en talent en hij mag –godverdomme- nog wel eens een filmpje maken … 2003 is alweer ff geleden, Tommy en je vorige pelliculeding zag ik ondertussen al 9 keer …

Dus al het gezever opzij gezet: geniet van de muziek, geniet van het weer, geniet van terraskes met een frisse pint, kijk naar de mooie en lelijke vrouwen die defileren voor uwe oogen en enjoy … tis rap genoeg voorbij die mooie zomer! Tataaa! Bye bye till the next time met John Cale, geen familie van.









maandag 29 juni 2015

Mijn eigenzinnige top 100 van de beste rocksongs ever!

Het is een beetje idioot en bovenal erg saai om lezers te vervelen met lange lijstjes. Maar ik doe het toch ... ik selecteerde een 125 tal rocksongs of ballads die me op één of andere manier raken ... aan sommige hangt een verhaal vast als van een verloren liefde of een dode cavia of een bad trip ... andere rocken gewoon out zonder meer ... zonder classement of whatever ... ik heb me tot pop, rock en metal beperkt ... geen dansmuziek, hiphop, jazz, filmmuziek, blues of klassieke dingen ... muziek die ik nochtans met mate kan smaken maar een mensch moet ergens een lijn trekken ... uiteraard ontbreken er veel songs en zijn er liedjes die extreem hard zuigen ... maar over smaken en kleuren twist men niet, zegt men wel eens ... jarenlang begreep ik die uitspraak niet, tot nu :-)

Ah ja, iedere band mag maar één keer voorkomen ... maar toch is er een band in geslaagd drie inzendingen in te sturen voor Neurosong! Eenmaal origineel en tweemaal met een cover ... dat mag dus wel!


1. Soundgarden – Birth Ritual
2. Bob Dylan – Blind Willie Mc Tell
3. Woods of Ypres – I was buried on Mount Pleasant Cemetary
4. Helmet – Unsung
5. Buffalo Tom – Mineral
6. Ramones – Somebody put something in my drink
7. Bathory – Enter the eternal fire
8. Sebadoh – Soul & fire
9. Hüsker Dü – The girl who lives on heaven hill
10. Nick Cave & the Bad Seeds – Tupelo
11. Noir désir – Le vent nous portera
12. Roxette – The look
13. Mogwai  – Ratts of the capital
14. The Beatles – I’ve just seen a face
15. Type O Negative – My girlfriend’s girlfriend



16. TC Matic – Middle class and blue eyes
17. Maximo Park -  Books for Boxes
18. Nemo – She loves animals
19. Gorki – Samen in dat donkere huis
20. Danzig – Mother
21. Killswitch Engage – When darkness falls
22. Judas Priest - Painkiller
23. The Alan Parsons Project – Don’t answer me
24. Scorpions – Rock you like a hurricane
25. Slipknot- Wait and bleed
26. Motörhead – Ace of Spades
27. Urban Dance Squad – Demagogue
28. Portishead – Sour times
29. Gavin Friday – You and me and World War Three
30. Leonard Cohen – First we take Manhattan
31. Ash – Goldfinger
32. Black Rebel Motorcycle Club – Whatever happened to my rock and roll punk song
33. Sugar – Fortune teller
34. Napalm Death – Nazi punks fuck off!
35. Screaming trees – I nearly lost you
36. Rush - Subdivisions
37. Ozzy Osbourne – Crazy train
38. Drivin’ and cryin’ – Fly me courageous
39. Mötley Crue – Kickstart my heart
40. China drum – Wuthering heights
41. Girls against Boys – Kill the sexx player
42. Descendents – Everything suxx today
43. Faith No More – Midlife crisis
44. Bad Religion – I want to conquer the world
45. Iggy Pop – Pussy power
46. Neil Young & Crazy Horse – Crime in the city
47. Alice in chains – We die young
48. Tindersticks – No more affairs
49. PJ Harvey – Sheela Na Gig
50. Liz Phair – Supernova
51. Alice Cooper – How you gonna see me now
52. Therapy? – Teethgrinder
53. The Datsuns – Modderfokker from hell
54. Nine Inch Nails – Head like a hole
55. Low – Everybody’s song
56. John Cale – Fear (Is a man’s best friend)
57. New Fast Automatic Daffodils - Stockholm
58. Gun – Word up
59. Rubicon – Watch without pain
60. Ween – Buenos Tardes Amigo
61. Dinosaur Jr. – Start Choppin’



62. The Afghan Whigs – Miles iz ded
63. The Sisters of Mercy – Vision thing
64. Killing Joke – Pandemonium
65. 1000 Homo Dj’s – Supernaut
66. The Rolling Stones – Gimme shelter
67. Kristin Hersch – Your Ghost
68. The Smiths – Sweet and tender hooligan
69. Sepultura – Arise
70. Satyricon – Fuel for hatred
71. Hatebreed – Doomsayer
72. Martyn Bates - Shorepoem
73. Van Morrisson – Moon dance
74. Death – Crystal mountain
75. Sixteen Horsepower – Black Soul Choir
76. Billy Bragg – A new England
77. The House of Love – Shine on
78. Phil Collins – In the air tonight
79. Pixies – Tame
80. Gordon Lightfoot – If I could read your mind
81. dEUS – Right as rain
82. New Model Army – The hunt
83. Tim Hardin – How can we hang on to a dream
84. Richard Thompson – I misunderstood
85. Anthrax – Got the time
86. Tori Amos – Winter
87. Joe Jackson – Is she really going out with him
88. Queens of the stone age – Regular John
89. Ihsahn – Frozen lakes on Mars
90. Posies – Daily mutilation
91. The Neon Judgement – Chinese black
92. Patti Smith – Rock n roll nigger
93. Cathedral - Solitude
94. Sonic Youth – The diamond sea
95. Jeff Wayne – The eve of the war
96. Pink Floyd – Wish you were here
97. Guns N’ Roses – Patience
98. Survivor – Eye of the tiger
99. Beck - Loser
100. Joy division – Day of the Lords
101. The Cult – She sells sanctuary



102. Flip Kowlier – Ne welgemeende
103. INXS – Need you tonite
104. The Undertones – Teenage Kicks
105. Primus – As toys go winding down
106. Dire Straits – Sultans of swing
107. Smithereens – Blues before and after
108. Elliot Smith – Waltz nr. 2
109. Megadeth – Symphony of destruction
110. Prong – Snap your fingers, snap your neck
111. Violent Femmes – Blister in the sun
112. Depeche Mode – Policy of truth
113. Tool – Schism
114. Foo Fighters – All my life
115. Monster Magnet – Dopes to infinity
116. Mercury Rev – Goddess on a highway
117. Sloan – Underwhelmed
118. Sinead O Connor – Troy
119. Black Sabbath – Heaven and hell
120. Rigteous Pigs – I hope you die in a hotel fire!
121. The Cure – A forest
122. A-ha – Hunting high and low
123. Suede – Animal nitrate
124. David Bowie – Wild is the wind
125. Skid Row – Youth gone wild





vrijdag 5 juni 2015

From the Vastland – Kamarikan

Norwegian black metal uit Iran. U hoort het nu ongetwijfeld niet donderen tot in Keulen maar helemaal tot in Berlijn, zo een kleine 700 km verder …

Wat is in godsnaam black metal en vooral waarom maken mensen zo een oprecht donkere, grauwe en blasfemische muziek? (http://nl.wikipedia.org/wiki/Black_metal)

U moet weten dat black metal zijn oorsprong vond in kelders en repetieruimten van kleine en iets minder kleine dorpen en steden in Finland en vooral Noorwegen. Als u ook nog eens weet dat het in deze contreien  drie maanden of meer aardedonker is en er zes maanden per jaar drie meter huizenhoge sneeuw ligt, verstaat u vast wel dat men niet bepaald carnavaleske rumbadeuntjes ten toon gaat spreiden en dat er éénvoudigweg niet veel anders om handen is als men tegen schenen wil schoppen en de maatschappij wil … euhm, veranderen dan black metal te componeren en een occasionele kerk in de fik te steken!

Black metal is een variant op heavy metal die veel rauwer geproduceerd wordt, erg brutaal klinkt met grommende, haast krijsende zang. Thema’s zijn in hoofdzaak de duivel en zijn gehele inboedel. Maar laten we dit vooral niet te serieus nemen en in hoofdzaak proberen onthouden waarom black metalmuzikanten niet bepaald vrolijke Fransen zijn.

En dan komt er een pipo uit Iran op de proppen die dezelfde muziek uitbraakt J Vooreerst dienen we te melden dat het heerschap ondertussen in Noorwegen woont (oh toeval) en net uit een land (Iran) komt waar je net door alle politieke intolerantie en kleingeestigheid voor een extreem muziekgenre gaat kiezen om aan een paar radicale baarden te trekken. (http://www.fromthevastland.com)


Bij een eerste luisterbeurt doen de zes nummers van de tweede cd van Sina (het brein achter het éénmansproject From the Vastland) ons meteen denken aan blackmetalgrootheid Bathory. Ook een éénmansproject, ook uit het land van de fjorden en meren en voorzien van een bijzonder ruwe, brutale, haast helse sound. Sina voegt er nog wat voorspelbare Perzische klanktapijten aan toe en Kees is klaar. U krijgt een black metalplaat op grootmoeders wijze, niet bepaald origineel maar wel fris klinkend!
U vraagt zich ongetwijfeld af waarom we dit kleinood  aangekocht hebben? Gewoon om een muzikant uit Iran die onze steun verdient te steunen. En omdat er in iedere gelijkwaardige collectie wel eens een buitenbeentje mag zitten.

Als u van plan bent om dit jaar één subversief en tegendraads ding te doen, klik dan op onderstaande YouTubelink en luister even naar dit nummer, al was het maar voor één luttel minuutje … J Gewoon doen! Misschien vindt u het zelfs leuk …








maandag 1 juni 2015

Iendracht Oilsjt back to glory

Onderstaand artikel -dat begint na het logo- schreef ik in 2009 voor Voetbal Magazine. Needless to say werd het niet gepubliceerd wegens de economische crisis. Het onderwerp van het artikel behelst de club van mijn leven: Eendracht Aalst ... het voetbalseizoen waarvoor ik het schreef, zouden we in derde klasse blijven ... het seizoen daarop promoveerden we als kampioen naar tweede klasse (2010-2011) om daar vier seizoenen te kamperen als modale middenmotor om nu -midden 2015- geen licentie te krijgen voor diezelfde tweede klasse ... 

Stadion niet in orde (de staantribune is vervangen door een galatent van de hond zijn kl*^t%n), de schuldenberg is alleen maar gegroeid, jeugdtrainers en spelers zijn niet meer betaald etc. Ik bevind me hedentendage te ver van de club om een gefundeerde mening en een duidelijke kijk op alles te hebben maar someone fucked up en veel visie is er niet ... het moeras dreigt weer voor deze mooie ploeg ... ik wil hier geen kritiek uiten, gewoon mijn liefde tonen ... ook in vierde provinciale of desnoods in de MTSA ... iendracht forever ...


Ik herinner me als de dag van gisteren de eerste keer dat mijn vader me meenam naar het voetbal. Het was in het jaar onzes heeren 1981 en Eendracht Aalst speelde tegen hekkensluiter St-Niklaas -dat met 4-1  in de pan zou gehakt worden- met onder andere drie doelpunten van de wildbesnorde Braziliaan Mammana Neto Salvador, prijsschutter van formaat en een volksheld in het aalsterse.

De zittribune die we een paar minuten voor de aftrap bestegen was nog helemaal opgetrokken uit hout en bovenaan bedekt met golfplaten. In 1984 zou een fikse storm ervoor zorgen dat niet alleen de wedstrijd tegen Overpelt Fabriek (alleen de naam al) met een paar weken zou moeten worden uitgesteld maar ook dat een stuk van het dak uit zijn gebinte werd gerukt en voorzitter Jules Matthijs kon beginnen het plannen van de bouw van een nieuwe betonnen zittribune.



In de aalsterse Bredestraat kon je naast de gebakken ui die je bij een hamburger kreeg ook het gras nog ruiken en voetbal zelf. Want voetbal heeft een geur die je niet noodzakelijk bij FC Barcelona of Liverpool moet gaan opsnuiven. Ook Eendracht Aalst heeft die geur, dat lawaai, die sfeer die je alles behalve overal terugvindt. Een geur die niet te beschrijven valt, die je alleen maar kan ruiken en herkennen als voetballiefhebber. En eens gevonden moet je ervan genieten, willen of niet … dan wordt voetbal een kunst en een verslaving voor het leven.
Een tripje naar Peruwelz of Boussu Dour du Borinage leert  aan de andere kant dan weer hoe geur-en kleurloos en zwaar metalig voetbal ook zijn kan.

Alles aan Eendracht Aalst baadt hedentendage in een sfeer van pure nostalgie. Niet alleen in mijn hoofd maar blijkbaar ook in de hoofden van éénieder die den iendracht een warm hart toedraagt. Je kan Aalst een beetje vergelijken met het engelse Burnley. Deze stad ademt voetbal en is op één of andere illustere manier met zijn bewoners vergroeid.  Wanneer de ploeg aan de kop van derde klasse staat, wordt er met gemak een toeschouwersaantal van 3 à 4000 man gehaald. Om maar even te vergelijken, Lokeren-STVV haalde niet eens de kaap van 5000. Terwijl E.Aalst-Rupel-Boom op de tweede speeldag in derde A vlot 3000 toeschouwers trok.


Eendracht Aalst lijkt één van de vele vergane gloriën van het Belgische voetbal te gaan worden als men dit jaar niet doorstoot naar de tweede voetbalklasse. Enfin, dat is toch de ambitie die de hele club en zijn nieuwe bestuursploeg uitdragen. Er werd alleszins stevig geïnvesteerd met een nieuwe trainer Kris Van der Haegen die overkwam van KSV Zottegem en naast zijn hele trainersstaf ook nog eens drie spelers (de broers Moreels en Glenn Coppens) meebracht.  Nieuwe volksheld Thomas Troch kwam terug van SV Roeselare, bij Hamme werden oud-gedienden Verheyden en Kestens weggehaald en van het vlaams-brabantse Peruwelz kwamen de franssprekenden De Castro, Depoitre en Galluci over.

Trainer Van der Haegen is in het dagdagelijkse technisch adviseur bij de KBVB en leeft voetbal. Waarschijnlijk is hij de juiste man op de juiste plaats om de club in het altijd woelige Aalst terug naar haast vergane glorie te leiden.

De clubkleuren van den iendracht  zijn niet toevallig wit en zwart.  Als het goed gaat, is de aalstenaar ronduit euforisch maar eens de wind keert, wordt hij inktzwart maar steeds met een zweem van Boonsiaanse relativiteit eraan vastgeknoopt.
Van der Haegen speelde met Zottegem kampioen in bevordering en slaagde erin om met een ploeg zonder noemenswaardige vedetten steeds goede resultaten neer te zetten en aantrekkelijk offensief combinatievoetbal te spelen. Hij is een psycholoog die een ploeg tot een sterk geheel weet te kneden, de bankzitters scherp houdt en spelers mentaal beter maakt.

De ambitie was om na de titel in vierde b in 2006-2007 op drie seizoenen tijd door te stoten naar de tweede klasse. Het is met andere woorden nu of nooit. Er werd deftig geïnvesteerd in spelers en het gerucht gaat dat mocht het dit seizoen niet lukken men wel eens de tering naar de nering zou moeten zetten en dat de ploeg dan dreigt weg te zakken in het jarenlange vagevuur van derde klasse en bevordering of –wie weet- nog erger …


Tweede klasse lijkt in het huidige voetbalklimaat dan ook het hoogst haalbare. Aalst ligt in de driehoek Gent-Lokeren-Brussel en verliest heel wat supporters aan voorvernoemde clubs en zelfs aan Club Brugge.  Eerste klasse lijkt economisch al helemaal niet haalbaar. Tenzij er een grote sponsor zou opstaan of één of andere gek vreemde investeringen zou gaan doen.

KV Mechelen laat echter zien dat het ook anders kan. Van derde naar eerste doorstoten, in eerste klasse blijven, financiëel gezond zijn en ambitieus voetbal op de mat leggen zonder al te maffe investeringen of louche praktijken te moeten gedogen.

De hoop is er dat Eendracht Aalst geen plaatsje verwerft  in het rijtje vergane glorieën als Berchem Sport, FC Luik, Brussels, FC Beringen, Germinal Ekeren en andere Winterslagen en Sporting Hasselten.

De competitie in derde A werd alvast met een sisser ingezet na 2-1 verlies bij buur Zottegem, niet bepaald een titelkandidaat. Vier dagen later werd in de bekercompetitie dan weer vlot de maat genomen van het KVSK United (Overpelt-Lommel) van Franky Van der Elst. Zo zie je maar … in Aalst kan en zal het altijd wel verkeren … met of zonder Bredero.





donderdag 23 april 2015

Helmet – Meantime / Quicksand – Slip (26)

De jaren negentig waren cruciaal in mijn muzikale volwassenwording. Als u mij een beetje kent, weet u dat ik wel nooit echt volwassen zal worden maar das nu ook niet bepaald een strikte noodzaak tot het hebben van een min of meer tevreden leven …

U kent me waarschijnlijk ook helemaal niet en liefst houdt u dat ook zo. Dat begrijp ik maar het leidt ons wat af van hetgeen ik simpelweg alternative rock zou willen noemen. Ik ben geen fan van hokjes en vakjes maar het kind heeft een naam nodig!

De vlag dekt een nogal ruime lading naar mijn inzicht: Tool, Magnapop, Dinosaur Jr., Buffalo Tom, Sugar en Hüsker Dü, The Jesus Lizard, Hole, Meat Puppets, Bad Brainz, Pavement, Mercury Rev, Pond, Replacements, Ween, Pixies, Babes in Toyland, Primus, Living Colour, Lemonheads, Sloan, Throwing Muses, Sonic Youth, L7, Grant Lee Buffalo, Tragically Hip, Smashing Pumpkins, Mazzy Star, Posies, Afghan Whigs, Girls Against Boys, 7 Year Bitch, Monster Magnet en natuurlijk fuckin’ Fugazi en alle fuckin’ bands die ik vergeten ben en natuurlijk de twee bovenstaande bands of total heroes!


Meantime van Helmet verscheen in het jaar onzes heeren 1992 … en is het geesteskind van bandleader (en door de jaren heen enig vast bandlid), geschoold jazzgitarist en Lance Armstrongkloon Page Hamilton. Pezig, stoer, grappig en zo precies staccato riffs spelend dat je er een uurwerk kan op gelijk zetten …
De plaat is een mokerslag aan repetitieve riffsongs die hard, kaal en strak klinken en je ergens op je middenrif (haha) raken. Staalhard. Standout tracks zijn o.a. “In the meantime”, “Ironhead”, de culthit “Unsung”, “He feels bad” en “You borrowed”. Woorden doen vaak afbraak aan dingen die je moet horen. Luisteren dus! Nu!



Quicksand is nog een band uit NYC die in 1993 verbaasde met de plaat “Slip” die net als zovele coole platen uit die periode wat tussen de kieren van het collectieve rockgeheugen dreigt in te vallen. De band rond frontman Walter Schreifels werd gevormd met ex-leden van o.a . Gorilla Biscuits en Youth of today die aktief waren in de hardcorescene. Schreifels zou later nog even opduiken bij Rival Schools en een mini hitje scoren met “Used for glue”.

Standout tracks op Slip zijn ongetwijfeld “Fazer”, “Head to wall”, “Dine alone” en “Freezing process” al is de hele plaat een energieke ervaring die vaak aan de goden van Fugazi doet denken zonder ze te kopiëren! Het is geen punk, het is geen metal, het is iets er net tussenin wat ik bezwangerd mooie alternatieve rock mag noemen J



In oktober 1994 zag ik Quicksand live in de VK in Molenbeek samen met mijn kompanen Tom Threenineteen, the Pikeman, Wim R. en the man we used to call the Driver. In het voorprogramma speelde de Aalsterse vergane glorie Junkfish … aaaaaaaaah, good times. LOL! Alléé, het waren wel goede tijden maar die zijn er nu ook met nog zoveel leuke muziek op de bagagedrager …