zondag 4 januari 2015

Red Hot Chili Peppers – Mother’s milk (28)



In 1989 brachten de RHCP hun vierde album op de markt.  Op zich was dit al een heel mirakel! Gitarist Hillel Slovak had het leven gelaten bij een drugoverdosis, drummer Jack Irons (die nu de ezelsvellen afranselt bij Pearl Jam) had zich laten opnemen in de psychiatrie en ook zanger Anthony Kiedis en bassist Flea worstelden met een paar drugdemonen waar een woede uitbarsting van Michel Preud’homme klein bier bij is …

Toch kwam de opvolger van The uplift mofo party plan tot stand met de hulp van nieuwbakken boomhakker/drummer Chad Smith (nu ook bij Chickenfoot) en gitarist John Frusciante, op dat ogenblik een getalenteerde 18-jarige snaak die op zijn kamer het oeuvre van Frank Zappa, Captain Beefheart en Jimi Hendrix inoefende.

Diezelfde Frusciante zou een paar jaar later –toen hij na Blood Sugar Sex Magic en de daaropvolgende druk van het immense succes van die plaat uit de groep stapte- wereldbekend worden in Nederland en België door een reportage van Bram Van Splunteren voor de VPRO in het programma Onrust  waarin hij een portret schetste van een door drugsgeesten behuisde Frusciante die met holle ogen en losse kiezen onzin uitkraamde en bij momenten toch een zo heldere en pijnlijk eerlijke indruk gaf dat je er dagen slecht kon van lopen als je dat wou …



Mother’s milk opent met de gigantische funkrocker Good time boys die meteen de sfeer schetst, opgevolgd door een waarlijk subliem rockende versie van Stevie Wonder’s Higher ground. Een andere cover op de plaat is een haast onherkenbare versie van Jimi Hendrix’ Fire.

Andere hoogtepunten zijn de ode aan LA Lakers fenomeen Magic Johnson in het gelijknamige nummer, de single Knock me down (over drugsmisbruik btw), Subway to Venus, het om zijn as stuitende Nobody weird like me en de furieuze rockers Stone cold bush en Punk rock classic dat zoals de titel al laat uitschijnen een ode is aan de punkrock van Ramones en Bad religion.

Mother’s milk is een overgangsplaat van een band die even het noorden kwijt was en ongenuanceerd en ongecompliceerd muziek maakte die het perfecte middelpunt bleek te vormen tussen rap/rock en funk!
Nooit klonken de RHCP wilder, hechter en echter dan op deze zwarte plaat die ik –jawel!- ook op lp heb! Ooit nog gekocht in platenzaak Solbemol in het Aalsterse Sluierstraatje in een tijd van melancholie en droom en onwezenlijkheid en vooral verre herinneringen …

Ik herinner me dat ik op een wazige dag naar de singleversie van Higher ground vroeg aan uitbater Bruno VW en die me zei dat hij de single niet had maar hij me wel de volledige lp kon geven waarop ik, wuss die ik toen was, -gelukkig- zei “ah, baja, das ook goed …”, wat het ook was. Ik luisterde en hoorde dat het goed was, erg goed zelfs!

Bij de 13 nummers zit eigenlijk geen enkele stinker van formaat.  In 1991 kwam hun succesplaat met de hitsingle Under the bridge op de markt. Na een paar wisselvallige platen en een paar gitaristenwissels (met o.a. Dave Navarro van Jane’s addiction) vervoegde Frusciante de band voor een tweede keer met in 1999 een onwaarschijnlijke klapper –in de vorm van Californication- tot gevolg …


De jaren daarop ontpopten de RHCP zich als de perfecte poppy gitaarband die het over een andere boeg gooide met pure stadionrock en werden ze de festivalact bij uitstek. De sound evolueerde meer naar The Beach Boys dan naar Slayer en de daaropvolgende records zoals Stadium Arcadium (the title says it all) waren megasuccessen maar ze kribbelden niet meer aan mijn ballen … en dat was spijtig, erg spijtig … maar gedane zaken nemen nu éénmaal geen keer net zoals dat met die kousen … en dat met die hond en dat potje yoghurt maar das weer een totaal ander verhaal!





 
 
 
 










Geen opmerkingen:

Een reactie posten